Corona en overmacht

Er is momenteel heel wat onzekerheid over de gevolgen van de maatregelen coronavirus op contractuele relaties (huur/koop/aanneming…).

Meer bepaald wordt vaak de vraag gesteld of men zich op overmacht kan beroepen om de aangegane  verbintenissen niet na te komen.

Hieronder trachten we – beknopt – een antwoord te geven op enkele veel gestelde vragen.

Wanneer is er sprake van overmacht en wat zijn de gevolgen?

Er is sprake van overmacht wanneer door onvoorziene en onoverkomelijke  omstandigheden, de nakoming van een verbintenis voor u tijdelijk of definitief onmogelijk is geworden. Dit is onafhankelijk van uw eigen wil. De niet te voorziene omstandigheden die als overmacht worden ingeroepen, mogen niet toerekenbaar zijn aan de partij die een prestatie moet leveren. Toegepast op het coronavirus, is het zo dat het bestaan van dit virus op zich geen overmacht uitmaakt. Immers wordt de uitvoering van een verbintenis hierdoor op zich niet onmogelijk.

Wel zouden bepaalde maatregelen die worden opgelegd in de strijd tegen corona, als overmacht kunnen aanzien worden. Zoals verplichte sluiting winkel of verbod op bepaalde verplaatsingen. Deze maatregeling kunnen immers wel de uitvoering van een verbintenis onmogelijk maken. Wanneer u ‘in uw kot’ kot moet blijven kan u bv. geen muurtje komen metsen op een werf. Het gaat om een kwestie waarover – bij betwisting – de rechtbanken geval per geval een oordeel zullen vellen. En nagaan of een contractpartij zich terecht op overmacht beroept.

Aansprakelijkheid

Wanneer er wordt geoordeeld dat er sprake is van overmacht, dan zal de contractant die zich hierop beroept, niet aansprakelijk gehouden worden voor de niet nakoming van zijn verbintenissen. Er is in dat geval geen sprake van een toerekenbare contractuele wanprestatie. Door toepassing te maken van overmacht wordt de werking van de verbintenissen en de bindende kracht ervan tijdelijk of definitief opgeheven.

In dat geval zal de andere partij, t.o.v. wie een verbintenis , moest uitgevoerd worden, de niet uitvoering van deze verbintenis niet kunnen inroepen om bv. een schadevergoeding te bekomen, maar wordt de uitvoering van de verbintenis tijdelijk of definitief opgeschort.

Er is enkel sprake van een definitieve opschorting wanneer de uitvoering van de overeenkomst op een later tijdstip geen nut meer zal hebben of definitief onmogelijk is geworden.

Wanneer één partij zich op het bestaan van overmacht beroept, is het evident dat de andere partij haar eigen verbintenis (bv. betalen) ook niet meer hoeft uit te voeren.

Aanneming

Ofschoon de bouwsector enorm te lijden heeft onder de maatregelen inzake coronavirus, is het niet zo dat er een algemeen verbod is op de uitvoering van aannemingswerken.

Er moet dus geval per geval nagegaan worden of een aannemer zich op overmacht kan beroepen.

Wanneer een aannemer ziek wordt en hierdoor geen werken kunnen uitgevoerd worden, dan is er evident sprake van overmacht. Tenzij de aannemer over personeel beschikt dat hem kan vervangen.

Een hoofdaannemer wiens onderaannemer getroffen wordt door corona, zal daarentegen al het mogelijke in het werk moeten stellen om een vervanger te vinden. Hij kan zich dus niet zomaar op overmacht beroepen.

Wanneer de door de overheid opgelegde maatregelen de uitvoering van werken onmogelijk maakt, kan er sprake zijn van overmacht. Bijvoorbeeld door social distancing is onmogelijk op de werf of in het kader van het vervoer naar de werf.

Wanneer de aannemer of bouwheer besluit om zich op overmacht te beroepen om de uitvoering van zijn verbintenissen op te schorten, zal hij dus zijn beslissing goed moeten motiveren en documenteren.

Een eenvoudigweg verwijzen naar het coronavirus, volstaat dus niet. De aannemer of bouwheer die beslist de werken niet te laten doorgaan, is aansprakelijk voor de schade die een gevolg is van het stilliggen van de werf.

Toepassing op overeenkomsten inzake handelshuur

De overheid heeft beslist om alle niet-essentiële winkels en horecazaken te sluiten. De meeste  handelaars zijn  geen eigenaar van de panden waarin zij hun handelszaak uitoefenen

Er bestaat dan ook grote onduidelijkheid zowel voor de verhuurders als voor de huurders van handelspanden.

Indien we de huurovereenkomst ontleden tot de meest essentiële verplichtingen, gaat het om een verplichting van de verhuurder. Hij stelt een onroerend goed ter beschikking alwaar de huurder het rustig genot kan hebben. De huurder heeft de verbintenis tot betaling van de huurgelden en onderhoud van het pand.

De onderhoudsverplichting van de huurder zal uiteraard blijven bestaan en wordt niet opgeschort.

Mag de huurder de huurgelden blijven betalen of mag hij de betaling opschorten op basis van de CORONA-maatregelen?

De beslissing van de overheid tot sluiting van welbepaalde winkels en horecazaken is geen situatie die het voor de huurder onmogelijk maakt om de huur te betalen. De verplichte sluiting is evenmin toe te rekenen aan de verhuurder.

De handelshuurder draagt het risico van  zijn handelsactiviteiten. Inclusief inbegrip van alle (ook externe) factoren die een impact kunnen hebben om het al dan niet succesvol karakter ervan.

Het risico dat de overheid een bepaalde activiteit, tijdelijk of blijvend, verbiedt is inherent aan dit ondernemersrisico. Dit kan niet zonder meer aan de verhuurder overgedragen worden. Deze laatste stelt het gebouw immers onverminderd ter beschikking. Hij verschaft nog steeds het rustig genot dat hij kan en moet verschaffen. Het pand blijft onverminderd in de bedongen staat ter beschikking van de huurders. De verhuurder maakt zich niet schuldig aan een contractuele wanprestatie. De sluiting is inherent aan de aard van de bedrijfsactiviteit, dus het ondernemingsrisico.

De beslissing tot sluiting van de overheid is geen situatie die het voor de huurder onmogelijk maakt om de huurgelden te betalen en/of zijn andere verbintenissen (vb. onderhoud) uit te voeren.

De huurder zal dus gehouden zijn tot betaling van de huurgelden. Hierbij geven wij de bedenking mee dat de crisis allicht van tijdelijke aard is. Het is niet onredelijk te stellen dat van de ondernemer verwacht wordt dat zijn onderneming beschikt over een financiële buffer (cfr. ook kredietmogelijkheden) om tijdelijke moeilijkheden te overbruggen. De huurder mag de eventuele negatieve fluctuaties in zijn omzetcijfer (= ondernemingsrisico) niet ten laste van de verhuurder leggen.

Dit lijkt ons een correcte toepassing van het overmachtsbegrip in het kader van handelshuurovereenkomst. Er is de realiteit dat elke situatie soeverein door de rechterlijke macht zal beoordeeld worden.

De coronavirus – maatregelen  zorgen voor historisch ongeziene omstandigheden en mogelijks zal hierop ingespeeld worden in de toekomstige rechtspraak.

Het is niet ondenkbaar dat een vrederechter kan oordelen dat het vrij genot van het handelspand ingevolge het overheidsbevel tot sluiting niet langer gewaarborgd was. Dat dit toch OVERMACHT is, waardoor de huurder toch ontslagen kan worden van zijn betalingsverbintenis. Of dat zij de spreekwoordelijke Peer in twee doet, de helft van de huur niet betalen zolang de maatregelen van kracht blijven.

Toepassing op overeenkomsten van koop-verkoop

Inzake koopverkoopovereenkomsten is de oplossing makkelijker.

Indien door de CORONA-maatregelen de goederen niet kunnen geleverd worden, betekent dit geen reden voor de koper om de overeenkomst te ontbinden.

Wel dienen de CORONA- maatregelen de verkoper in de onmogelijkheid te plaatsen om te leveren. Zich enkel beroepen op de maatregel inzake social distance zal aldus onvoldoende zijn. Door een kleine – meer – inspanning is een alternatieve wijze van levering wel mogelijk.

De koper zal op zijn beurt enkel een beroep kunnen doen op de overmacht, indien de oorzaak van overeenkomst vervalt. Een levering op een latere datum heeft geen enkel nut meer waartoe de initiële levering dienst was. Bijvoorbeeld verkoop van bederfbare etenswaren of leveringen aan een specifiek evenement.


Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.

Gerelateerde blogs

In welke mate is de consument gebonden door online verkoopsvoorwaarden?

Bekijk alle blogberichten
Zo kan het dus ook

Waarom OmniRecht?

Rechtzoekenden verwachten transparantie, servicegerichtheid en duidelijkheid over tarieven. OmniRecht voldoet aan die behoeften en maakt de juridische dienstverlening voor een brede groep ondernemers en particulieren toegankelijk.

Om u te voorzien van het beste advies werkt OmniRecht volgens de formule van trapsgewijze juridische hulp. Eerst legt u de hulpvraag kosteloos en vrijblijvend voor aan de intakebalie. Dat kan zeven dagen per week. Samen zoeken we naar het beste antwoord op uw vraag. Soms volstaat een digitale oplossing. Een andere keer is het beter om een advocaat in te schakelen. Verwacht altijd duidelijkheid over afspraken en tarieven.

  • 7 dagen per week bereikbaar

    Ook 's avonds en in het weekend
  • OmniRecht kwaliteitslabel

    Uw garantie voor service en kwaliteit
  • Juridische hulp in elke situatie

    Van eerstelijns advies tot bijstand van een gespecialiseerde advocaat
  • Overal in België

    Het grootste juridische platform van België met 80 advocaten
  • Als beste beoordeeld

    Wij stellen onze rechtzoekende klant centraal en behandelen uw zaak met zorgvuldigheid
    8.1

Over ons

Met onze vooruitstrevende diensten en digitale oplossingen willen we het verschil maken in de – soms nog ouderwetse – juridische branche. De OmniRecht-formule heeft ervoor gezorgd dat we in enkele jaren zijn uitgegroeid tot het grootste en meest vooruitstrevende advocatenplatform van het land.

Inmiddels hebben ruim 80 advocaten en 35 kantoren uit Vlaanderen en Brussel zich bij OmniRecht aangesloten. Om de kwaliteit te waarborgen en de rechtzoekende er van te verzekeren dat de beloftes worden nagekomen, hebben we het OmniRecht Kwaliteitslabel in het leven geroepen. Ons hoofdkantoor is te vinden in Antwerpen, waar zo’n 45 medewerkers hun best doen om u te voorzien van de beste juridische hulp.

Er zijn advocaten gevonden.

Klik hier voor de resultaten.