- Home
- >
- Blogberichten
- >
- De leugendetector – of hoe de wetenschap leugenaars ontmaskert
De leugendetector – of hoe de wetenschap leugenaars ontmaskert
De polygraaftest – zo heet die verhoormethode officieel – wordt al lang ook in Belgische strafonderzoeken toegepast. Overgewaaid vanuit Angelsaksische landen zetten politiediensten dit toestel in wanneer het aan getuigen ontbreekt, als dader en slachtoffer elkaar tegenspreken, in zedenzaken enz.
Omzendbrieven regelden tot voor kort de werkwijze en voor de verdachte en zijn advocaat was het niet altijd duidelijk waaraan zich te houden. Daar is recent verandering in gekomen: het parlement stemde een wettelijk kader op 04.02.2020.
Bloed, zweet en tranen
Voor een goed begrip: zo’n toestel registreert geen leugens, de benaming ‘leugendetector’ is dus een miskleun. Het registreert lichamelijke reacties, zoals bloeddruk, hartslag en zweetgeleiding tijdens de ondervraging door de polygrafist. De vergelijking van die reacties met de respons op zgn. controlevragen laat toe de verklaring van de verdachte als leugenachtig of waarheidsgetrouw te bestempelen. Met een foutenmarge, uiteraard.
Tijdens een strafonderzoek kan de onderzoeksrechter of de procureur een verdachte, maar ook een getuige of een slachtoffer vragen de test te ondergaan. De verdachte kan ook zo’n verzoek formuleren maar kan de test niet eisen. Niemand kan overigens verplicht worden deel te nemen en aan die weigering kunnen geen gevolgen worden gekoppeld. Op basis van een negatieve test alléén kan niemand veroordeeld worden, het resultaat is dan maar ook enkel ondersteunend bewijs.
Wie zwanger is, minderjarig beneden de zestien jaar of minder dan 48 uur in hechtenis, komt niet in aanmerking. Voor de eigenlijke test kan een batterij aan andere onderzoeken afgenomen worden, waaronder bv. een test naar gebruik van drugs of medicatie.
Advocaat voor spek en bonen
Een ernstige kritiek van de zijde van advocaten, naast het feit dat tal van wetenschappers de methode verwerpen, is dat het verre van zeker is dat een weigering om deel te nemen niet – misschien zelfs ongewild – zal meespelen in het hoofd van de rechter die moet beslissen over schuld of onschuld. Want wat heb je te verbergen als beweert recht in je schoenen te staan? En riskeert men niet teveel belang te hechten aan het resultaat ook als het bewijsdossier voor de rest flinterdun is? Wat dus met het vermoeden van onschuld, toch één van de principes van het strafrecht?
Maar de belangrijkste tegenkanting vanuit de advocatenorganisaties slaat op de afwezigheid van enige nuttige inbreng van de zijnde van de raadsman. Die mag niet met zijn cliënt in dezelfde kamer aanwezig zijn tijdens de test (zoniet wordt het verhoor onmiddellijk afgebroken), maar volgen vanuit een regiekamer. Na het verhoor, wanneer de resultaten bekendgemaakt worden en een proces-verbaal wordt opgesteld, heeft de advocaat een inbreng en kan hij op onregelmatigheden wijzen. Op dat ogenblik kan hij ook zoals de Salduz regels het bepalen vertrouwelijk overleg plegen met zijn cliënt of een schorsing van het verhoor vragen.
Aan de pluszijde verdient het vermelding dat dat rechtszekerheid gebaat is met een wettelijke regeling, in de plaats van de toenmalige stoffige en juridisch niet waterdichte omzendbrieven.
Bezin eer ge begint
Wanneer u geconfronteerd wordt met een vraag tot deelname aan een polygraaftest, neem dan geen overhaaste beslissingen en denk er ernstig over na. Spreek met uw advocaat, gespecialiseerd in strafrecht, over de pro- en cons. Hij zal uw vragen beantwoorden en uitleggen wat u mag verwachten en adviseren in functie van de specifieke aard van de zaak.
Misschien kan zelfs het nuttig zijn een arts te raadplegen, die kan advies geven over eventuele fysieke hinderpalen. En als je toezegt, trek voldoende tijd uit, want zo’n test neemt minstens drie uur in beslag.Voor meer informatie, algemeen of toegespitst op uw situatie, neem vrijblijvend contact op.
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.